Japans borduurwerk sashiko is een traditionele borduurtechniek die al sinds de oudheid in Japan wordt gebruikt. De eenvoudige en mooie techniek van Japans borduurwerk sashiko ontstond in de 16e eeuw, ongeveer 500 jaar geleden. De oorsprong van deze techniek is onbekend omdat het in verschillende delen van Japan wordt aangetroffen.
Tegenwoordig wordt traditioneel Japans sashiko borduurwerk gebruikt in gebloemde stoffen, kussens, tassen, enz. Daarnaast kan de sashiko techniek worden toegepast op quilts. Deze eenvoudige sashiko techniek wordt ook gebruikt als rehabilitatie voor ouderen.
Benodigde materialen en gereedschappen.
De stof die geschikt is voor Japans sashiko borduurwerk is katoen met een dichte textuur met weinig spanning. Traditioneel was het belangrijkste type stof indigokatoen, maar tegenwoordig worden ook hennep, zijde, wol en chemische vezels gebruikt, afhankelijk van de toepassing.
Belangrijk: grovere stoffen zijn gemakkelijker te naaien voor beginners.
Een lange sashiko naald met een groot oog wordt aanbevolen.
Een schaar om stof te knippen en draden af te knippen.
Liniaal, om tekeningen te maken en de snit van de stof te bepalen.
Cirkel voor het tekenen van gebogen lijnen.
Verdwijnende, in water oplosbare marker. Gebruikt om direct op stof te tekenen.
Perkament of overtrekpapier. Voor het kopiëren van het patroon op de stof.
Japanse sashiko borduursteektechniek.
Bij een rechte lijn is het beter om zoveel mogelijk stof op de naald te draaien en dan pas de draad door te trekken. In het geval van een gebogen lijn, trekt u de naald om de 2-3 steken en trekt u de draad door.
Belangrijk: Als u een gebogen lijn borduurt, wees dan voorzichtig want de stof rekt uit als deze te veel wordt samengedrukt.
naaitechniek-1
naaitechniek 2
naaitechniek 3
Klem de steek met de naald naar buiten met je vinger en rek de draad uit alsof je hem strijkt.
Bij het borduren van de steek moet de verhouding tussen de voor- en onderdraad 3/2 zijn.
Je kunt een knoop maken aan de verkeerde kant van de knoop, maar dit laat zien hoe je de draad voorzichtig vastzet zonder een knoop te maken.
De draad aan het begin vastzetten
Wanneer de ene draad op is en je een andere draad gaat gebruiken, naai dan 3 of 4 steken extra bij de overgang. Wanneer je twee draden samenvoegt, gebruik dan het volgende patroon.
Bij het vastzetten van de draad aan het einde, net als aan het begin, 3 steken extra in de tegenovergestelde richting. Belangrijk: het is beter om de steken even groot te maken. (Let op dat de stof krimpt als je de steken te klein maakt).
Sashiko Japanse borduurkunst en beginnersfouten
1. Zorg ervoor dat je de juiste steek in de hoek maakt. Als je de naald in de hoek steekt, ziet het borduurwerk er netjes uit. Pas de steeklengte net voor de hoek aan.
2. Als de lijnen op één punt samenkomen, controleer dan of het patroon niet gebroken is.
3. Als de lijnen kruislings samenkomen.
4. Om te voorkomen dat de stof in een bepaalde richting uitrekt, volg je de draad naar voren en dan weer terug.
5. De groene draad markeert het deel dat klaar is. De oranje draad is het deel dat we nu borduren.